juni 2021
Lucy Aalders (Slingeland ziekenhuis) en Andre Hermsen (Sensire) werken allebei aan een van de twee sporen in de Proeftuin. Andre doet dit samen met Monique van Oord (Sensire) en Karlijn Ravenshorst (HAP) voor het spoor Transitie. Lucy en Irene Jansen (Huisartsenzorg Oude IJssel) werken samen aan het spoor Optimalisatie. We vroegen hen wat ze willen bereiken en wat zij belangrijk vinden.
Wat willen jullie bereiken met de Proeftuin?
Lucy: “Wat ik wil bereiken is dat we door onze samenwerking de zorg op peil houden, dat we geen concessies hoeven te doen en dat de waardering van onze zorg goed is. Dat laatste geldt zeker voor onze medewerkers, want als een medewerker tevreden is levert hij/zij goede zorg, daar ben ik van overtuigd.” Andre: “Het gaat erom dat we samen het beste halen uit de zorg, zodat iedereen die spoedzorg nodig heeft, die ook kan krijgen. In de Proeftuin gaan we gezamenlijk onderzoeken, ervaren en ontdekken wat de beste en slimste aanpak voor de acute zorg is. Onze kracht zit in het samen doen. Met elkaar halen we beter onze doelstellingen en met elkaar bouwen we aan de beste toekomst van onze gezondheidszorg. Dat maakt zo bijzonder wat we hier doen.”
Wat vind je het meest belangrijk voor de Proeftuin?
Lucy: “Het is belangrijk dat er energie komt in onze samenwerking, dat we de meerwaarde van samenwerken ervaren en dat we elkaar energie geven. Huisartsen en artsen op de SEH werken vaak nog vanuit hun eigen wereld. Een huisarts kijkt vanuit het idee dat een cliënt gezond is, tenzij anders bewezen. Een SEH-arts gaat uit van de klacht en laat pas los als de cliënt klachtenvrij is. Huisartsen en SEH-artsen hebben ook elk een eigen triage-systeem. Grote verschillen dus, waardoor we niet altijd zien hoe belangrijk de ander is en hoe belangrijk we voor elkaar zijn. Het is nodig dat we elkaars werkwijze zien, elkaar begrijpen en waarderen en samen optrekken. Ik ben ervan overtuigd dat huisartsen en SEH-artsen willen samenwerken, want wat ons verbindt is een goed hart voor de zorg.”
Andre vult aan: “Het is nodig dat we over de grens van onze eigen organisaties heen kijken en met elkaar de problemen oplossen. Dat we niet meer in schotten denken en dat SAMEN de norm is. Ik zie de Proeftuin als een belangrijk puzzelstuk in de hele verandering in de zorg. Daarnaast vind ik het belangrijk dat we kritisch blijven kijken naar hoe we de dingen doen, zodat we blijven meebewegen in de tijd.”
Wat betekent dit voor jouw spoor in de Proeftuin
Lucy: “We beginnen met ’s nachts samenwerken. Het aantal cliënten is dan beperkt, dus dat is veilig en het geeft ons de ruimte om aan elkaars wereld te ruiken en van elkaar te leren. Vanuit het ziekenhuis zijn we gewend om meteen hoog in te zetten, want als iemand ‘s nachts belt wil hij hulp. Huisartsen zijn opgeleid om op een veel simpeler manier toch de juiste diagnostiek te doen. Die twee werelden brengen we bij elkaar en we kijken hoe we onze huidige aanpak kunnen optimaliseren. Ik ben ervan overtuigd dat dat goed gaat. In de nacht werken versterkt het gevoel van saamhorigheid. Als je zo dicht bij elkaar zit, samen koffiedrinkt en samen eet, dat doet de samenwerking goed. Samenwerken is tenslotte meer dan elkaar professioneel vinden.”
Andre: Met het spoor Transitie weten we vooraf niet waar we naar toe gaan of waar we uitkomen. Het is echt een ontdekkingstocht, stap voor stap. Ik weet zeker dat we aan het eind van de proeftuin een grote stap gezet hebben naar het ideale model. Het is belangrijk dat we dit samen met de medewerkers doen zodat we samen de verandering doormaken en iedereen kan ervaren hoe het anders kan en wat ieders aandeel is.”
Meer informatie over de Proeftuin en de twee varianten waarmee we werken lees je hier